Oefening 1: Verkennen van de vulkaan
Landsat 7-afbeelding, 26-09-1999
Open de afbeeldingen in LEOworks:
Klik op File > Open. Kies het bestand met de naam etna_1999-09-26_all.tif. Er verschijnt een venster met een voorbeeld van de afbeelding. Klik op > OK. De verschillende bestanden in deze map zijn de verschillende banden op de Landsatafbeelding. Bewaar de afbeelding met het bandnummer (bijvoorbeeld etna_1999-09-26_band1.tif) door te kiezen voor Image > Save As. Herhaal dit proces voor alle banden (band 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8). Je kunt ook de optie 'Crop' (afsnijden) zien.
De afbeeldingen zijn eerder afgesneden op 58 x 60 km (kijk ter vergelijking naar de afbeelding etna_landsat_large_1999-09-26.jpg in de map Etna_landsat. Deze heeft een afmeting van ongeveer 185 x 185 km). De afbeelding is al orthogerectificeerd. De afbeelding is verschoven omdat de sensor die de afbeelding heeft geregistreerd, niet naar het noorden wees.
Je kunt zien dat de vulkaan een zeer groot natuurverschijnsel is. Dat is een van de redenen waarom satellietgegevens worden gebruikt voor het in de gaten houden van vulkanen. Aangezien satellieten grote gebieden dekken, kunnen ze grootschalige fenomenen controleren die niet vanaf de aarde kunnen worden gezien.
Verken de afbeelding:
Bekijk de verschillende banden en probeer in te zoomen. Zoek naar kenmerken die met vulkanische activiteit te maken hebben.
1. Waarom denk je dat ze er allemaal veel donkerder uitzien dan in het voorbeeld en een laag contrast hebben? Dit verkennen we later.
2. Welke vulkanische kenmerken kun je zien? Kun je oude lavastromen, hete lava, kraters, kegels en een vulkanische pluim vinden?
3.Kun je duidelijk zichtbare verschillen tussen de banden vinden? Kies een gebied (waarvan je denkt dat het bijv. vegetatie of lava is) en kijk naar de grijswaarden (van zwart naar wit) in verschillende banden. Denk na over de principes van remote sensing op de Eduspace-website en op de Landsatbanden (werkbladinleiding)
Klik op het icoon Histogram: Het histogram toont de verdeling van de grijswaarden. Aangezien de afbeelding in een 8 bit-formaat is opgenomen bestaat elke band uit 256 grijswaarden. Op de horizontale as zijn de 256 grijswaarden getoond. Op de verticale as staat het aantal pixels met deze grijswaarde. Slechts enkele delen van de beschikbare kleurruimte van 0-255 zijn gebruikt. Met de cursor kun je het aantal pixels en het percentage van een bepaalde grijswaarde zien (zie de handleiding vanaf pag. 16)
Klik op het icoon Image Information en kijk naar de grootte van de afbeelding (breedte en hoogte in pixels = beeldcoördinaten), de pixelgrootte in meters en de projectie (WGS 84, UTM 33N).
4. Hebben alle banden dezelfde extensie en pixelgrootte?
5. Bereken de extensie en het gebied in meters voor de afbeelding
Dit gaat gemakkelijker als je het meetinstrument gebruikt: Ga naar Image > Measurement Tool en teken vier lijnen langs de afbeelding tot je weer bij het beginpunt komt. Je kunt ongeveer zien hoe groot je gebied is. Je kunt de waarden afwisselend in pixels of meters tonen. Om informatie over een enkele pixel te krijgen kun je de cursor gebruiken. Ga naar View > Curser Position/Value. Het venster toont de beeldcoördinaten, grijswaarde, UTM-coördinaten en geografische coördinaten.
| 
1