|  | Voorbeeld van het beeld dat je krijgt als je een van de gefilterde opnamen van voor de overstroming aftrekt van de gefilterde opname van na de overstroming | |
Oefening 2: Veranderingen vaststellen - rekenkundige analyse
In deze oefening en in oefening 3 werk je met technieken om veranderingen vast te stellen. Daarmee kun je informatie verkrijgen over de veranderingen tussen de verschillende beelden door ze samen te analyseren.
Je voert eerst rekenkundige berekeningen uit met de gefilterde opnamen. Om de uiteindelijke staat te vergelijken met de oorspronkelijke staat, trek je de opname van de beginstaat (voor de overstroming) af van de opname van de eindstaat (na de overstroming). Die techniek levert nieuwe afbeeldingen op waarin de verschillen tussen elk paar beelden van voor en na de overstroming uitkomen.
Open 05102004_f.tif, 25102005_f.tif en 10102006_f.tif als een enkele gegevensverzameling. Pas de volgende rekenkundige berekening toe:
- 10102006_f.tif – 05102004_f.tif. Het resulterende beeld geeft de veranderingen tussen 05102004 (voor de overstroming) en 10102006 (na de overstroming) weer.
- 10102006_f.tif – 25102005_f.tif. THet resulterende beeld geeft de veranderingen tussen 25102005 (voor de overstroming) en 10102006 (na de overstroming) weer.
| | | Eindresultaat na aftrekking van het gemiddelde van beide opnamen van voor de overstromingen van de opname van na de overstroming |
In de resulterende beelden zie je vrijwel geen veranderingen in grijstinten (middelgrote terugverstrooiingswaarden). Grote veranderingen worden weergegeven als donkere of lichte gebieden, afhankelijk van de vraag of de verandering van licht naar donker respectievelijk van donker naar licht is. Hoe groter de verschillen in terugverstrooiing tussen de betrokken pixels zijn, hoe lichter of donkerder het resulterende beeld.
Dat betekent dat alle pixels die aanzienlijk donkerder zijn in de opname van na de overstroming, donker zijn in het door aftrekking verkregen beeld, terwijl pixels die in de opname na de overstroming veel lichter waren, licht zijn weergegeven. Als de opname van na de overstroming nieuwe met water bedekte gebieden bevat (d.w.z. overstroomde gebieden), moeten er in het door aftrekking verkregen beeld dus donkere pixels voorkomen.
Hoewel beide opnamen van voor de overstroming in hetzelfde seizoen zijn gemaakt als die van na de overstroming, zijn verschillen niet te vermijden. Met het oog daarop kunnen we de opnamen van voor de overstroming combineren tot een nieuwe afbeelding die een gemiddelde situatie onder droge omstandigheden beter weergeeft. Zo houden we eventuele verschillen tussen de beelden van voor de overstroming tot een minimum beperkt (hoe 'droger' de beelden, hoe beter het resultaat) en is het door aftrekking verkregen beeld betrouwbaarder. Maak daarom met de volgende formule een gemiddelde 'droge' opname: (05102004_f.tif + 25102005_f.tif)/2 en bewaar het resulterende beeld onder de naam pre-flood_mean.tif.
Sluit alles wat je open hebt staan. Open nu 10102006_f.tif en pre-flood_mean.tif in eenzelfde gegevensverzameling en trek het rekenkundig gemiddelde van de opnamen van voor de overstroming af van de opname van na de overstroming: 10102006_f.tif – pre-flood_mean.tif. Sla het resulterende beeld op als subtraction.tif.
Je kunt de afbeelding subtraction.tif ook direct verkrijgen, zonder pre-flood_mean.tif apart te maken, door de volgende berekening uit te voeren: 10102006_f.tif – (05102004_f.tif + 25102005_f.tif)/2. Je krijgt dan hetzelfde resultaat. De afbeelding pre-flood_mean.tif is echter nodig omdat je die bij de volgende oefening gaat gebruiken.
1. Bekijk de opname subtraction.tif en zoek de veranderingen (heel donkere en heel lichte gebieden).
2. Wat geven de donkere gebieden weer?
3. Kun je met wat je tot nu hebt geleerd over de interpretatie van radarbeelden en de diëlektrische eigenschappen van de bodem uitleggen wat de lichte pixels rond de overstroomde gebieden zijn? Vergeet niet dat de laatste van de drie opnamen twee dagen na de overstroming is gemaakt. Dat betekent dat er waarschijnlijk al veel water door de bodem is opgenomen of via het afwateringssysteem is weggevloeid.
| 
