Atmosferische interferentie
De golflengtes waarop de meeste straling wordt doorgelaten worden 'atmosferische vensters' genoemd. Gelukkig wordt ook een groot deel van het zichtbare licht doorgelaten (anders bereikte het daglicht nooit het aardoppervlak). De atmosfeer is in bepaalde gebieden van het nabij-infrarode spectrum ook bijna volledig doorschijnend, zodat satellieten hun waarnemingen kunnen doen met een minimum aan atmosferische vervorming. Het thermisch infrarode bereik tussen tien en twaalf micrometer dient voor het meten van de oppervlaktetemperatuur van grond, water en wolken. 'Atmosferisch venster' is de naam van golflengten waarbij de atmosfeer 'doorzichtig' is en waarbij emissie en reflectie vrijwel ongehinderd kunnen passeren. Bij andere golflengten wordt de straling geabsorbeerd door verschillende broeikasgassen. Zie de grafiek 'Atmosferisch venster'. Hoewel voor remote sensing gebruik wordt gemaakt van de atmosferische vensters, is er toch sprake van een zekere interferentie wegens diffusie en absorptie in de atmosfeer.
Daardoor kunnen remote sensing-gegevens vaak een beetje vervormd zijn en is correctie via digitale beeldverwerking nodig. Last update: 15 december 2009
|