Ik ben een astronaut - Reizen in de ruimte
Reizen in de ruimte
Zolang er mensen leven hebben ze gedroomd over reizen naar andere werelden. Over reizen in de ruimte dus! Astronauten maken deze droom nu waar en reizen met raketten de ruimte in.
Om naar het Internationale Ruimtestation te reizen kunnen astronauten gebruik maken van de Russische sojoez-raket of de Amerikaanse Spaceshuttle.
Maar hoe werkt een raket eigenlijk?
De brandstoffen zorgen voor een sterke, naar beneden gerichte straal uitlaatgassen. Dit gas zorgt ervoor dat de raket omhoog 'geduwd' wordt.
Het is net als een ballon. Als je het ventiel loslaat vliegt de ballon in de tegengestelde richting weg.
Klaar om af te tellen? 10… 9… 8… 7… 6… 5… 4… 3… 2… 1… 0… Liftoff!
Tekenoefening voor 6 tot 9 jaar
Je hebt nodig: potloden en een vel wit papier
Kijk naar de foto van de Russische sojoez-raket hierboven. Teken de raket waarmee André Kuipers in April 2004 naar de ruimte vertrekt. Gebruik veel kleuren … om de sterren te laten verbleken!
Onderzoek voor 9 tot 12 jaar
Je hebt nodig: een ballon (beter een lange dan een ronde), een paperclip, een rietje, 9 meter naaigaren, plakband en een schaar.
Stap 1: Lees de aanwijzingen voor stap 2 en stel je vast voor wat er gaat gebeuren. Beschrijf je proef voordat je hem uitvoert.
Stap 2:
Blaas de ballon op en sluit hem af met de paperclip zodat er geen lucht uit kan ontsnappen
Knip het rietje in tweeën en plak beide helften aan de ballon, aan iedere kant één. Ze moeten dezelfde richting uit wijzen
Steek het naaigaren door de rietjes. Je moet elkaar helpen de draad strak te houden
Duw de ballon voorzichtig naar het begin van de twee draden en laat de lucht ontsnappen
- Kijk hoe de ballon naar het andere eind van de draden beweegt
Stap 3: Leg uit en verklaar wat je ziet:
Is er een verschil tussen wat je vooraf verwachtte en wat je hebt gezien?
- Waarom bewoog de ballon?
- Hoe kwam de ballon tot stilstand?
- Hoe zou je de ballon verder kunnen laten vliegen?
Geschiedenis- en taaloefening voor 6 tot 12 jaar
Lees eerst iets over de geschiedenis van de verovering van de ruimte:
1957: De Sovjet-Unie lanceert de eerste satelliet, de Spoetnik-1. Amerika wil nu ook snel de ruimte in.
1960: Amerika lanceert de eerste communicatiesatelliet, de Echo-1. Er ontstaat een wedstrijd met de Sovjet-Unie waardoor er steeds meer lanceringen komen. Deze wedstrijd wordt ook wel de ruimtewedloop genoemd.
12 april 1960: De Sovjet-Unie lanceert de eerste mens in een baan om de aarde. Het is de luchtmacht officier Joeri Gagarin en hij reist in de Wostok-1 capsule.
5 mei 1961: Amerika lanceert zijn eerste astronaut. Het is Allan Shepard en hij maakt een korte sprong in de ruimte aan boord van een Mercury capsule. Hij is de tweede mens in de ruimte.
6 augustus 1960: De Sovjet Unie is opnieuw Amerika voor. De Russische kosmonaut Gherman Titov ziet kans om een dag lang in een baan om de aarde te blijven, aan boord van de Wostok-2. Dat is nooit eerder vertoond en dus een primeur.
20 juli 1969: De Amerikaan Neil Armstrong zet als commandant van de Apollo 11 maanvlucht, als eerste mens voet op de Maan.
1971: De Sovjet-Unie lanceert het eerste ruimtestation, Saljoet-1.
28 januari 1986: In de Amerikaanse staat Florida gebeurt een ramp als de Spaceshuttle Challenger een paar seconden na de start ontploft. Zeven mensen die samen de bemanning zijn, gaan dood.
1 november 1993: De Amerikaanse NASA en het Russische ruimtevaart bureau Rosaviokosmos maken in Moskou een afspraak. Ze gaan tussen 1998 en 2006 minstens 45 lanceringen doen om het meest ingewikkelde ruimtestation ooit te bouwen. Ook Europa, Japan, Canada en Brazilië doen mee aan de bouw van dit Internationale Ruimtestation.
Geschiedenis en taaloefening voor 6 tot 9 jaar
Maak gebruik van de tekst over de verovering van de ruimte en:
vertel wat er wordt bedoeld met 'geschiedenis', 'ruimte', 'wedloop', 'aantal', 'astronaut', 'primeur', 'ramp' en 'raket'.
- Schrijf zinnen op waarin deze woorden voorkomen.
Geschiedenis en taaloefening voor 9 tot 12 jaar
Maak gebruik van de tekst over de verovering van de ruimte en:
vertel wat er wordt bedoeld met 'satelliet', 'baan', 'bemanning', 'commandant', 'maanvlucht' en 'ruimtestation'.
- Schrijf zinnen op waarin deze woorden voorkomen.
Meerkeuze vragen voor 6 tot 9 jaar
Vraag 1: Welke nationaliteit had Joeri Gagarin, de eerste mens in de ruimte?
(a) Chinees
(b) Amerikaans
(c) Russisch
Vraag 2: Hoe heet het ruimtevaartuig dat vanuit Amerika naar het ruimtestation wordt gelanceerd?
(a) Shuttle
(b) Ariane
(c) Soyoez
Vraag 3: Klaar voor de start? 10… 9… 8… 7… 6… 5… 4… 3… 2…1… 0…
(a) Tot ziens!
(b) Lift-off!
(c) Vuur!
Meerkeuze vragen voor 9 tot 12 jaar
Vraag 4: Wie was de eerste mens die voet zette op de Maan?
(a) Neil Armstrong
(b) René Descartes
(c) Wubbo Ockels
Vraag 5: Welke van de volgende uitspraken zijn waar?
(a) Raketten worden gebruikt om astronauten naar het ruimtestation te sturen
(b) Raketten worden gebruikt om satellieten in een baan om de Aarde te brengen
(c) Raketten worden gebruikt voor onderzoek naar brandstoffen
Vraag 6: In een boek, geschreven door Antoine de Saint-Exupery, is de hoofdpersoon een jongen die van een kleine planeet komt en andere planeten bezoekt voordat hij op Aarde arriveert. Hoe heet dit boek?
(a) De vulkanoloog
(b) De vriend van Zorro
(c) De kleine prins
