ESA title
Opname van meteoren gemaakt met een fish-eye lens waarbij de hele hemel is afgebeeld
Agency

De Perseïden komen!

06/08/2004 6256 views 4 likes
ESA / Space in Member States / The Netherlands

Ieder jaar is hij er opnieuw in augustus: de Perseïden-meteorenzwerm. Dit jaar is er geen storend maanlicht. En in de nacht van woensdag 11 op donderdag 12 augustus staat ons misschien een verrassing te wachten.

De Perseïden zijn jaarlijks actief van ongeveer 17 juli tot 24 augustus. In die periode kruist de aarde de baan van de periodieke komeet Swift-Tuttle en botst op kleine brokstukjes die deze komeet tijdens zijn omlopen rond de zon heeft losgelaten. Deze komeetbrokjes, meteoroïden genoemd, variëren in grootte van nietige stofjes die kleiner zijn dan zandkorrels, tot gruis met een diameter van enkele millimeters. Zolang zij verspreid langs de komeetbaan door de ruimte bewegen, gebeurt er niets. Er is immers niets dat hun beweging belemmert. Maar als zij op de aarde botsen en in onze atmosfeer terechtkomen, ondergaan zij wrijving en worden ze sterk verhit.

De luchtweerstand van de aardse dampkring wordt al merkbaar op 200 kilometer hoogte. Tegen de tijd dat de meteoroïde tot op ongeveer 110 kilometer hoogte is gevallen, wordt hij door botsingen met luchtmoleculen zo heet dat hij begint te verdampen. Tenzij het gaat om een relatief groot rotsblokje van minstens een halve centimeter in doorsnede, zal de verdamping volledig zijn op ongeveer 80 kilometer hoogte. In de tussentijd doet zich een lichtverschijnsel voor dat meestal slechts een gedeelte van een seconde duurt. Hierdoor wordt de indruk gewekt van een snel verschietende lichtstreep langs de hemel. Deze lichtflits, ofwel meteoor, wordt in de volksmond ook wel een 'vallende ster' genoemd.

Zo ziet de noordoostelijke sterrenhemel er op 12 augustus tegen het aanbreken van de dageraad
Zo ziet de noordoostelijke sterrenhemel er op 12 augustus tegen het aanbreken van de dageraad

De Perseïden, die vanaf de grond gezien allemaal lijken weg te schieten vanuit een vluchtpunt in het sterrenbeeld Perseus, vormen slechts één van de jaarlijks terugkerende meteorenzwermen. In januari zijn bijvoorbeeld de Boötiden actief. In april zijn er de Lyriden, in oktober de Draconiden en Orioniden, in november de Leoniden en in december de Geminiden. De Perseïden zijn echter de rijkste zwerm. Tijdens het maximum, rond 12 augustus, kunnen gewoonlijk wel honderd meteoren per uur worden waargenomen.

Als de Perseïden elk jaar te zien zijn, waarom dan zoveel ophef? De afgelopen jaren werd een verandering in het activiteitsprofiel van de Perseïen ontdekt. In 1989 combineerde de International Meteor Organization tienduizenden amateurwaarnemingen van de Perseïdenzwerm. Daaruit bleek dat het maximum rond 12 augustus niet bestond uit één, maar uit twee pieken. Die waren ongeveer even scherp begrensd en waren opgebouwd uit even veel en even heldere meteoren. In 1990 kon vanwege Volle Maan niet goed worden waargenomen. Maar in 1991 en 1992 deed de nieuwe piek zich opnieuw en telkens een paar uur eerder voor. Daarbij rees hij ook sterk boven de oude uit. in 1992 waren wel twee- tot driehonderd, vaak zeer heldere meteoren binnen een tijdsbestek van een uur te zien. Alles leek erop te wijzen dat de aarde zich dicht in de buurt van de komeet zelf bevond! En inderdaad: nog geen zes weken na het Perseïdenspektakel van 1992 vond de Japanner Tsuruhiko Kiuchi komeet Swift-Tuttle terug.

Hoe moet de nieuwe, scherpe piek van de Perseïden worden verklaard? Klaarblijkelijk is zij nog niet zo lang geleden gevormd en volgt de baan die de komeet momenteel door het zonnestelsel volgt. Kometen worden immers voortdurend in hun baanbeweging gestoord door de aantrekkingskrachten van de planeten. De oude piek, die veel minder scherp is begrensd, bestaat uit veel meer in de breedte verspreide deeltjes. Zij werd vermoedelijk al eeuwen geleden gevormd langs vroegere trajecten van de komeet. De omlooptijd van Swift-Tuttle, die in 1862 werd ontdekt, bedraagt ongeveer 130 jaar. Naar nu bekend is geworden, is deze komeet ook gezien in 68 v.Chr en in de jaren 188 en 1737. De eerstvolgende verschijningen doen zich voor in 2126 en 2261.

In 1863, het jaar na de verschijning van Swift-Tuttle in 1862, vertoonden de Perse‹den zich als een echte 'sterrenregen'. Per minuut kon wel een tiental heldere meteoren worden gezien. Van 1989 tot 1999 werd weliswaar een sterke toename in het aantal meteoren te zien, maar een echte sterrenregen deed zich helaas niet voor. De laatste jaren zijn de Perseïden weer tot hun normale niveau gedaald. Maar daar lijkt nu verandering in te komen.

Met name wordt waarnemers over de hele wereld geadviseerd te kijken op woensdag 11 augustus. Volgens Bill Cooke van het NASA Marshall Space Flight Center is er kans dat dan een relatief nieuwe opeenhoping van in de baan achtergebleven komeetbrokjes op de aarde botst. Dit ontstond in 1862 na de voorlaatste passage van de komeet rond de zon. De deeltjes zijn dus verser dan degene die al sinds duizenden jaren langs de komeetbaan zijn verspreid en liggen ook nog dicht op elkaar. Na verloop van tijd verspreiden de deeltjes van de opeenhoping zich ook over de hele komeetbaan.

Als de voorspellingen juist zijn, ploegt de aarde woensdag 11 augustus om 23 uur Nederlandse tijd door de opeenhoping. “Er zijn dan misschien wel 200 meteoren per uur te zien,” zegt Cooke. Wel adviseert hij om zover mogelijk van hinderlijk stadslicht waar te nemen in een zo donker mogelijke omgeving. In Nederland - en meer naar het oosten toe in Europa en Azië - hebben waarnemers qua tijdstip dus de beste kans!

Het oude maximum doet zich trouwens voor op 12 augustus omstreeks 14 uur. Dat is in de Verenigde Staten het best te zien. Maar ook bij ons, in de nacht van 12 op 13 augustus, na middernacht als de radiant hoog aan de hemel staat, zal onder gunstige omstandigheden nog elke paar minuten een Perseïde zijn te zien.

Related Links