Frank De Winne terug uit de ruimte
ESA’s Belgische astronaut Frank De Winne keerde vandaag terug op aarde na een succesvol uitgevoerde Soyuz-taxivlucht naar het internationaal ruimtestation ISS. Tijdens de vlucht werd niet alleen een gloednieuwe Soyuz TMA-1 ‘reddingssloep’ voor het ruimtestation afgeleverd. Ook werden negen dagen lang wetenschappelijke experimenten uitgevoerd.
De Soyuz TMA-1 zal nu gedurende zes maanden aan het ruimtestation vastgekoppeld blijven. Hij moet dienst doen als ‘reddingssloep’ voor de bemanning van het ISS voor het geval dat zich een noodsituatie zou voordoen. De Winne en zijn Russische collega’s keerden terug in de oude Soyuz TM-34 en landden om 01.04 uur Nederlandse tijd nabij het plaatsje Arkalyk in de vlakte van Kazachstan.
Frank de Winne, een voormalige Belgische luchtmachtpiloot en de eerste niet-Rus die meemocht met de eerste vlucht van een volledige nieuw type Russisch ruimtevaartuig, beschreef zijn ruimtereis als ‘de meest intense, uitdagende en voldoening gevende elf dagen uit mijn professionele carrière’.
Tijdens zijn negendaags verblijf in het ruimtestation ISS voerde De Winne een programma van 23 wetenschappelijke experimenten uit op het gebied van de levenswetenschappen en de natuurwetenschappen. Vier van de experimenten werden uitgevoerd met de Microgravity Science Glovebox (MSG), een belangrijke onderzoeksfaciliteit die in Europa ontworpen en ontwikkeld werd. Ook voerde De Winne educatieve proeven uit en sprak met Belgische scholieren.
Op zaterdag 2 november vierde hij met zijn Russische collega’s en de huidige bemanning van het ruimtestation het feit dat het internationaal ruimtestation nu reeds twee jaar lang permanent bemand is.
"Gedurende de laatste twee jaar is het internationaal ruimtestation uitgegroeid tot een uniek wetenschappelijk laboratorium," vertelde De Winne. "Europese bijdragen in de vorm van onderzoeksfaciliteiten als de Microgravity Science Glovebox en ESA’s laboratorium Columbus dat over twee jaar, in oktober 2004, zal worden aangekoppeld, onderstrepen het belang en ook de noodzaak van Europese expertise in het project."
