Belgisch experiment gedurende een maand in het ISS
Op 31 januari koppelde de onbemande Russische ruimtecargo Progress M1-11 met het International Space Station (ISS). Het ruimteschip had onder meer wetenschappelijke apparatuur aan boord voor de komende Nederlandse ruimtemissie DELTA, waaronder het Belgische experiment
Progress M1-11 werd gelanceerd op 29 januari vanaf de kosmodroom Bajkonoer in Kazachstan en maakte twee dagen later een geslaagde automatische koppeling met de Zvezda-module van het internationaal ruimtestation ISS. Op dat ogenblik bevond het ISS zich boven Centraal Azië.
De Progress bracht voedsel, brandstof, apparatuur en wetenschappelijke experimenten naar het ruimtestation, waaronder hardware voor de komende DELTA-ruimtemissie (Dutch Expedition for Life science, Technology and Atmospheric research) in april met de Nederlander André Kuipers.
Groeiprocessen van eiwitkristallen
De Progress bracht ook het Belgisch experiment PROMISS-3 (Protein Crystal Growth Monitoring by Digital Holographic Microscope 3) naar het ruimtestation.
Dit experiment zal gerealiseerd worden in de Microgravity Science Glovebox (MSG), de “handschoenenkast” van het station, gedurende 30 opeenvolgende dagen. Daarbij is de belangrijkste wetenschappelijke doelstelling het beter begrijpen van de groeiprocessen van eiwitkristallen.
De kristallisatie van proteïnen in microzwaartekracht kan ons veel leren over de fundamentele processen achter kristallisatie. Het huidige experiment wil nagaan wat het verband is tussen de kwaliteit van de kristallen en de omgeving waarin ze geproduceerd werden.
In het verleden werden al twee gelijkaardige experimenten uitgevoerd, PROMISS-1 tijdens de Odissea-missie met de Belgische astronaut Frank De Winne in november 2002 en PROMISS-2 tijdens de Cervantes-vlucht met de Spaanse astronaut Pedro Duque in oktober 2003.
B.USOC
De Belgische onderzoekers die voor het experiment verantwoordelijk zijn worden ondersteund door het Belgian User Support and Operation Centre (B.USOC) in Ukkel. Het gaat om Ingrid Zegers van de VUB en Frank Dubois van de ULB.
Voor het opvolgen van PROMISS-3 en het doorsturen van de noodzakelijke commando’s voor het goed functioneren van het experiment werkt het B.USOC samen met de ESA-centra ESTEC (Noordwijk, Nederland) en ESOC (Darmstadt) en het Telescience Support Center (TSC) van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA.
Dat laatste vormt de rechtstreekse verbinding tussen het communicatienetwerk op de aarde en het ISS. Het is de Amerikaanse astronaut Michael Foale, huidig commandant van het ISS, die zich met het experiment zal bezighouden.
André Kuipers zal stalen van het experiment mee terug naar de aarde brengen wanneer hij in april terugkeert van zijn ruimtemissie. In afwachting daarvan worden ze na uitvoering van het experiment gedurende twee maanden in een incubator opgeborgen.
Automated Transfer Vehicle (ATV)
De lancering van Progress M1-11 naar het ISS is ook van grote betekenis bij de voorbereiding van de lancering van de eerste onbemande Europese ruimtecargo Automated Transfer Vehicle (ATV). De ATV-ruimteschepen kunnen tot 7500 kilogram naar het ISS brengen, drie keer meer dan de Russische Progress.
De eerste ATV kreeg de naam Jules Verne en moet begin volgend jaar naar het ruimtestation worden gelanceerd. De Progress bracht elementen van het rendez-vous- en koppelsysteem voor de ATV naar het ISS.
Deze hardware van Rusland en ESA is nodig om de koppeling van de Jules Verne met het ISS mogelijk te maken.Hij wordt in juli tijdens ruimtewandelingen aan de achterkant van de Russische module Zvezda bevestigd.
Meer informatie
Franco Bonacina
ESA Media Relations Office
Parijs (Frankrijk)
Tel: +33 (0) 1 5369 7155
Fax: +33 (0) 1 5369 7690
Dieter Isakeit
Erasmus User Centre and Communication Office
Directorate of Human Spaceflight
Noordwijk (Nederland)
Tel: +31 (0) 71 565 5451
Tel: +31 (0) 71 565 8008
E-mail: Dieter.Isakeit@esa.int
Tim Somers
B.USOC
Ukkel (België)
02 373 67 35
E-mail: tim.somers@oma.be
