Les 4: Het internationale ruimtestation: een enorme legpuzzel
Het internationale ruimtestation ISS is het grootste internationale samenwerkingsverband dat ooit op wetenschappelijk gebied plaatsgevonden heeft. De Verenigde Staten, Rusland, Canada, Japan en Europa zijn bij dit project betrokken.
Wanneer het ISS af is, is het net zo groot als een voetbalveld. Het zou onmogelijk geweest zijn om het ISS op de aarde te bouwen en het vervolgens in een keer de ruimte in te brengen: geen enkele raket is daar groot of sterk genoeg voor! Het Ruimtestation wordt dus beetje bij beetje de ruimte in gebracht en geleidelijk opgebouwd, terwijl het op ongeveer 400 km boven het aardoppervlak in een baan om de aarde vliegt. Er zijn 50 lanceringen nodig om alle stukjes van deze enorme legpuzzel de ruimte in te sturen!
Er zijn daarnaast nog andere vluchten nodig, bijvoorbeeld om voorraden te brengen, zoals zuurstof, voedsel en water. Met weer andere vluchten wordt de bemanning om de zes maanden afgelost.
Welke onderdelen hebben we nodig om een Ruimtestation te bouwen?
De zonnepanelen slaan zonne-energie op en leveren elektriciteit aan het Ruimtestation;
De radiatoren geven de warmte af;
De astronauten wonen, eten, slapen en brengen samen tijd door in de servicemodules;
Zij voeren wetenschappelijke experimenten uit op planten, het menselijk lichaam, medicijnen, enz. in de laboratoria;
De ruimtevaartuigen, waarmee astronauten naar het Ruimtestation afreizen en na afloop van de missie weer terug naar de aarde vliegen, worden gekoppeld aan poorten;
In de opslagruimten bewaren de astronauten de benodigdheden voor de experimenten, evenals water, voedsel, enz.
Een robotarm monteert de verschillende onderdelen aan het Ruimtestation;
- De astronauten trekken hun ruimtepak aan in de luchtsluis, voordat zij het Ruimtestation verlaten om tijdens een ruimtewandeling (EVA) werkzaamheden aan de buitenkant van het Ruimtestation te verrichten.