ESA's Swarm bereidt zich voor op de ruimte
13 januari 2012
Overal om ons heen bevindt zich een onzichtbaar magnetisch veld. Normaal gesproken merken we daar niets van, maar het magnetisch veld van de aarde is heel belangrijk. Het beschermt ons tegen gevaarlijke zonnestormen en ruimtestraling. Zonder dit veld zou er geen leven op onze planeet zijn. Om deze magnetische kracht nauwkeuriger dan ooit te kunnen meten, is ESA bezig om de lancering van een speciale missie, Swarm, voor te bereiden.
Het Swarm-concept bestaat uit een groep van drie satellieten in drie verschillende polaire banen op een hoogte tussen 400 en 550 km. Elke satelliet stuurt ons heel precieze metingen met hoge resolutie van de kracht en richting van het magnetisch veld. Veel van de gevoelige instrumenten worden op een vier meter lange stang gemonteerd, zodat ze minder last hebben van storing door de elektrische systemen van het ruimtevaartuig.
Men denkt dat het magnetische veld ontstaat door ronddraaiende vloeistof in de ijzerrijke buitenste kern van de aarde, maar we begrijpen nog steeds niet helemaal hoe het wordt opgewekt en hoe het in de loop der tijd verandert. De locaties van de noordelijke en zuidelijke magnetische polen op het oppervlak veranderen bijvoorbeeld voortdurend. De sterkte van het veld verandert ook. Van tijd tot tijd wisselen de polen zelfs, zodat de huidige noordpool de zuidpool wordt. Als dat gebeurt zou een magnetisch kompas naar het zuiden wijzen in plaats van naar het noorden! Wetenschappers hopen dat de Swarm-missie deze en nog veel andere magnetische mysteries kan oplossen.
Om ervoor te zorgen dat de metingen zo nauwkeurig mogelijk zijn, hebben de satellieten allemaal langdurige tests ondergaan. Sommige van die tests zijn uitgevoerd in een 'magnetisch schone' omgeving - een kamer met een houten vloer diep in een Duits bos, ver van alle andere gebouwen. Als hun testprogramma is afgerond wordt het Swarm-trio bij de Russische ruimtehaven in Plesetsk afgeleverd voor de lancering door een Rockot-ruimtevaartuig later dit jaar.
