Ruimteschroot

Access the image

Ruimteschroot is een groot probleem. Het kan met satellieten in botsing komen en deze onklaar maken, zoals in 1996 is gebeurd met de Franse satelliet Cerise.

Soms zijn de brokstukken erg groot, zoals opgebrande rakettrappen en afgedankte satellieten. Maar het overgrote deel is veel kleiner.

Momenteel bewaken telescopen en radar 8500 stukken schroot met een omvang van 10 cm en groter. Maar miljoenen stukjes zijn nog kleiner, zoals verfschilfers en stof.

Normaal gesproken zou dit schroot geen probleem vormen, maar in de ruimte bewegen de brokstukken zich met hoge snelheid voort. Zelfs stofdeeltjes fungeren als minuscule kogels.

Stukken met een diameter van meer dan 10 cm kunnen een ruimtevaartuig onklaar maken of zelfs vernietigen, maar vormen ook een bedreiging voor astronauten die een ruimtewandeling maken.

Het European Space Operations Centre (ESOC) houdt dit ruimteschroot zeer nauw in het oog. Het maakt gebruik van een telescoop van 1 meter op de Canarische Eilanden en een radarsysteem in Duitsland. ESA's satelliet Proba houdt ook puin van microscopische afmetingen in het oog.

Met deze informatie kan ESOC het advies geven om een satelliet naar een veiligere baan te verplaatsen. Bovendien is er in een vroeg stadium informatie beschikbaar over grote objecten die op het punt staan in de atmosfeer terug te keren.

Laatst aangepast 13 oktober 2011

Vluchtleidingscentrum