Ruimtekoppelingen helpen bij het bouwen van auto’s

Access the image

29 januari 2010

De eerste lopende band werd ingevoerd in 1914. Sindsdien is auto’s in elkaar zetten een stuk sneller geworden. Tegenwoordig wordt het meeste werk gedaan door robots en computers in plaats van met de hand. De nieuwste ontwikkeling op het gebied van de lopende band is een systeem dat koppelingstechnologie uit de ruimtevaart gebruikt.

Auto’s worden gemonteerd op lopende banden die langzaam bewegen, maar niet steeds met dezelfde snelheid. De auto wordt onderweg bij montagepunten stukje voor stukje in elkaar gezet, als een groot Lego-bouwwerk. Als een dashboard of een ander onderdeel aan de auto wordt vastgemaakt, wordt het gemonteerd door een manipulator – een grote, met de hand bestuurde robot. De manipulator moet precies dezelfde snelheid hebben als de lopende band, anders wordt de auto beschadigd.

Access the image

Het systeem dat nu wordt getest in Volkswagen’s Autoeuropa-fabriek in Palmela in Portugal is ontwikkeld door MDUSpace, met de hulp van ESA. Het is gebaseerd op technologie die zorgt voor de automatische koppeling tussen ESA’s ruimtevaartuig Automated Transfer Vehicle (ATV) en het internationale ruimtestation ISS. Het ATV gebruikt een camera om lichtpulsen te herkennen die door richtpunten op het ruimtestation worden gereflecteerd. Door de lichtpatronen te analyseren bepaalt de controlesoftware precies de afstand en de hoek ten opzichte van de koppelingspoort.

Access the image

Het nieuwe systeem voor automontage werkt op dezelfde manier. Het gebruikt een live cameraverbinding met computersoftware om voorwerpen te herkennen. De bediener kiest punten op de auto als richtpunt, zodat het systeem hun afstand tot de manipulator kan berekenen. Dit systeem zorgt er vervolgens voor dat de robot en de auto met precies dezelfde snelheid bewegen en altijd op de goede plek staan ten opzichte van elkaar.

Zie ook