Internationale vluchten

Access the image

In 1969 raakte Europa voor het eerst betrokken bij de bemande ruimtevaart. Neil Armstrong en Buzz Aldrin hadden als eersten voet op de Maan gezet, en bij NASA was het idee ontstaan van een ruimteveer dat opnieuw kon worden gebruikt.

De Europese landen deden mee met de ontwikkeling van een wetenschappelijk laboratorium. Dat werd het zogenaamde Spacelab, dat in de laadruimte van het ruimteveer paste. In ruil daarvoor mocht Europa astronauten meesturen op de missies met het veer.

Sinds Ulf Merbold meeging met de Spacelab-1 in 1983 hebben al 30 Europese astronauten op het Amerikaanse ruimteveer gevlogen. Daarbij is ESA’s Spacelab in het begin vaak gebruikt voor experimenten met microzwaartekracht. Er zijn ook missies geweest voor onderhoud aan de Hubble-ruimtetelescoop van NASA en ESA of bijzondere wetenschappelijke activiteiten.

Access the image

Eenentwintig keer zijn Europese astronauten mee gevlogen aan boord van Sovjet- of Russische ruimtevaartuigen. De bezoeken aan de ruimtestations Saljoet en Mir (1978-1999) waren heel nuttig, want zo konden de astronauten leren hoe ze langere tijd in de ruimte konden doorbrengen. Thomas Reiter verbleef bijna een half jaar aan boord van de Mir, en was de eerste ESA-astronaut die deelnam aan een ruimtewandeling.

Twee Europese astronauten hebben een langdurige missie op het station volbracht. In 2008 bracht Léopold Eyharts uit Frankrijk bijna 49 dagen in de ruimte door tijdens een missie waarbij ESA’s Columbuslaboratorium werd aangekoppeld en in gebruik werd genomen. In 2009 bracht de Belg Frank de Winne zes maanden op het station door. Hij werd de eerste ESA-astronaut die gezagvoerder van het ISS was.

Laatst aangepast 24 november 2010

Astronauten