Verschillende banen

Access the image

Een baan is de weg die een object aflegt rond een bepaald punt in de ruimte, bijvoorbeeld de weg die de maan rond de aarde aflegt. Banen worden bepaald door de zwaartekracht en zijn vaak 'elliptisch', ofwel eivormig.

Elke satelliet wordt in een baan gebracht die het beste is voor de uitvoering van zijn missie. Observatiesatellieten bijvoorbeeld worden doorgaans in lage (400-1200 km) cirkelvormige banen gebracht. Zo kunnen zij in slechts een paar uur tijd een rondje om de aarde maken en gedetailleerde beelden produceren van het oppervlak van onze planeet.

De beste route voor deze satellieten is een 'polaire' baan, waarin zij over de Noord- en Zuidpool vliegen. Omdat de aarde eronder ronddraait, hebben de satellieten een direct beeld naar beneden en kunnen zij in een periode van een paar dagen – strook voor strook – de hele planeet bestuderen.

Weer- en communicatiesatellieten 'zweven' vaak 24 uur per dag boven hetzelfde deel van de aarde. Dit is mogelijk door ze op ca. 36 000 km boven de evenaar in een cirkelvormige baan te brengen. Op deze hoogte houden zij gelijke tred met de aarde, zodat zij altijd op dezelfde plaats neerkijken. Dit wordt een 'geostationaire baan' genoemd. Sommige satellieten – waaronder het internationale ruimtestation ISS – volgen een lage baan onder een hoek met de evenaar.

Een aantal wetenschappelijke satellieten, zoals Cluster en XMM-Newton van ESA, volgen zeer elliptische (eivormige) banen waardoor zij zich nu eens vlak bij de aarde bevinden en er dan weer ver vandaan.

Laatst aangepast 13 oktober 2011

Vluchtleidingscentrum