Ruimteverkenning

Access the image

Eeuwenlang hebben mensen erover gedroomd om de aarde te verlaten en naar andere werelden te reizen. Toen zette in 1957 de Sovjet-Unie de eerste kleine stap de ruimte in met de lancering van een kleine satelliet, de Spoetnik. Het ruimtevaarttijdperk was begonnen.

De eerste ruimteactiviteiten werden gedomineerd door de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Maar na verloop van tijd leerden Europa en Japan ook hoe ze hun eigen satellieten en raketten moesten bouwen. Tegenwoordig zijn landen als China, India, Zuid-Korea, Israël en Brazilië bezig hun eigen ruimtevaartindustrie te ontwikkelen.

De afgelopen zestig jaar zijn er onbemande sondes naar alle planeten van het zonnestelsel gestuurd en naar een hoop satellieten, asteroïden en kometen. Op een stuk of vijf werelden hebben ruimtevaartuigen een zachte landing gemaakt, en rovers hebben over het oppervlak van de maan en Mars gereden. De zon is ook heel gedetailleerd verkend door een heel stel ruimtevaartuigen.

Veel ruimteobservatoriums, zoals de Hubble ruimtetelescoop, zijn gelanceerd om naar het verre heelal te kijken. Ze hebben een aantal ongelooflijke foto’s teruggestuurd die in zichtbaar licht zijn genomen. Maar ze kunnen ook sterren en sterrenstelsels bekijken op golflengten die menselijke ogen niet kunnen zien – radiogolven, infrarood, ultraviolet, röntgen en gammastralen. De enorme hoeveelheid ontdekkingen heeft de manier waarop we naar het heelal kijken veranderd.

Sinds Joeri Gagarin in 1961 de weg vrijmaakte, hebben meer dan vijfhonderd mensen in de ruimte gevlogen. Er zijn twintig mensen naar de maan geweest en twaalf daarvan hebben op de maan gelopen. Er zijn ruimtestations gebouwd en astronauten hebben geleerd om vele maanden of zelf jaren in de ruimte te leven en te werken.

Laatst aangepast 26 januari 2011