Dertig jaar ESA-astronauten in de ruimte
28 november 2013
Op 28 november 1983, vandaag dertig jaar geleden, werd het eerste Europese ruimtelaboratorium de ruimte ingebracht met het ruimteveer Columbia. Aan boord was ook ESA's eerste ESA-astronaut, Ulf Merbold, waarmee ESA toetrad tot de bemande ruimtevaart.
De zes astronauten van deze Spacelab-1-missie waren verdeeld in twee teams die elkaar elke twaalf uur afwisselden, zodat er continu kon worden doorgewerkt. Samen hebben zij meer dan zeventig experimenten uitgevoerd op het gebied van zonne- en ruimteplasmafysica, astronomie, aardobservatie, materiaalwetenschap, technologie en levenswetenschappen.
De Columbia vloog in iets meer dan tien dagen 166 keer om de aarde, waar hij op 8 december terugkeerde.
Tussen 1983 en 1998 is er 22 keer met een ruimteveer een Spacelab-module de ruimte ingebracht en het totale aantal dagen in een baan om de aarde was 244! Aan de hand van experimenten is allerlei wetenschappelijk onderzoek onder gewichtsloze omstandigheden verricht. Dat heeft geleid tot geavanceerde metaaltoepassingen in de massaproductie van smartphones en de ontdekking van gebieden van ruimteonderzoek met goede vooruitzichten voor de behandeling van chronische spierziekten.
Het Europese Columbus-laboratorium, dat deel uitmaakt van het ruimtestation, is ontstaan uit de Spacelab-missies. Het succes van de Spacelabs is onder meer te danken aan de toepassing van genormaliseerde wetenschapsrekken, die in alle laboratoriummodules van het station zijn overgenomen.
Evenals destijds het geval was bij de Spacelabs, zijn het internationale astronautenteams die nu aan boord van het ISS de Europese experimenten uitvoeren en laboratoria bedienen. Dat is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de permanente bemanning van het station – waaronder nu ook Europese astronauten.
