Aeolus: ESA’s nieuwe windsatelliet

Aeolus

Access the image

07 november 2005

Op de grond is het niet zo moeilijk om de snelheid en richting van de wind te meten. Maar hoe zit dat hoger in de lucht, rondom onze planeet? Binnenkort weten we daarop het antwoord, dankzij een nieuwe Europese satelliet: Aeolus.

Hij wordt meestal 'Aeolus' genoemd, naar de Griekse god van de wind. De satelliet gaat in 2008 voor drie jaar de ruimte in om allerlei gegevens te verzamelen over de luchtstromen op aarde.

Access the image

Aeolus heeft één groot instrument aan boord: ALADIN. Daarmee kan hij de atmosfeer tot dertig kilometer hoog onderzoeken. ALADIN bestaat uit een krachtige laser en een grote telescoop die is vastgemaakt aan een heel gevoelige ontvanger. De laser stuurt korte, krachtige lichtsignalen de atmosfeer in. Dat licht wordt verstrooid door gasmoleculen, stofdeeltjes en druppeltjes.

De telescoop vangt een deel van het verstrooide licht op en geeft dat door aan de ontvanger. Het signaal vertelt ons hoe hard het op verschillende hoogten in de atmosfeer waait en in welke richting.

Copyright: ESA.

De waarnemingen kunnen alleen nauwkeurig zijn als we veel metingen doen en daarvan het gemiddelde nemen. Per windprofiel zijn zevenhonderd laserpulsen nodig. Aeolus slaat de gegevens op en stuurt ze elke anderhalf uur door aan het grondstation in het Noorse Svalbard. Met die stroom aan gegevens kunnen we het weer beter voorspellen. Ook onderzoekers van klimaatverandering op de lange termijn zijn ermee geholpen.

Zie ook

Klimaatverandering