De wedstrijd - Wie is André Kuipers?

Wie is André Kuipers?

André Kuipers is de eerste Nederlandse astronaut die in april 2004 naar het Internationale Ruimtestation vliegt. Hij werkt voor ESA (het European Space Agency). Hij maakt deel uit van het Europese astronauten corps.

Om meer over André te weten te komen heb ik hem voor jullie geïnterviewd. Hij gaf op elke vraag zorgvuldig antwoord en nam de tijd om zich dingen uit zijn jeugd te herinneren. Hij had duidelijk plezier in het gesprek. Ik wil hem graag bedanken voor het interessante en prettig verlopen interview.

'André Kuipers als kind' is het eerste deel van het interview. Bij elk ander onderdeel, Ik ben astronaut, Gewichtloosheid en het Internationale Ruimtestation vind je nog meer stukken uit het interview.

André Kuipers als kind

André's jeugd

Waar en wanneer ben je geboren?
Ik ben in Amsterdam geboren op 5 oktober 1958. Dat is één jaar en één dag na de eerste Spoetnik. De eerste satelliet van de Russen, de eerste keer dat er iets buiten de dampkring vloog. En het is één dag na dierendag.

Luister naar het geluid van de eerste spoetnik.

Waar ben je opgegroeid?
Ik ben een echte Amsterdammer. Ik ben opgegroeid in Amsterdam-Oost, later verhuisden we naar de Bantammerweg. Dat was een heel leuke buurt met veel kinderen.

Heb je nog broers en zussen?
Ik heb twee jongere broers. De middelste broer wilde altijd spelen met speelgoed waar ik ook mee speelde. Mijn jongste broer is zes jaar jonger. Ik heb nog steeds contact met ze. Eén woont in Amsterdam en is psycholoog, de andere woont in Dordrecht en is bioloog. En ik ben arts.

Wat wilde je worden op de lagere school?
Ik wilde journalist worden. Ik dacht ik word journalist, dat is leuk want dan kun je de hele wereld over reizen. Maar toen begon ik de DISCUS te lezen en daar konden journalisten alleen foto's nemen als er een ramp gebeurd was. Toen wilde ik geen journalist meer worden.

Ik kreeg van mijn oma of moeder ook een boekje over archeologie. Een heel klein boekje. Toen wilde ik archeoloog worden, opgravingen doen en uitvinden hoe mensen vroeger leefden. Dat vind ik nog steeds boeiend. Elke keer als ik in een ander land ben ga ik naar opgravingen toe. Laatst was ik in Oezbekistan. Daar ligt een oude stad met de naam Samarkand. Die stad is vernietigd door Djengis Kahn. Je loopt daar tussen muren die gebouwd zijn in de tijd dat Djengis Kahn daar de buurt onveilig maakte. En je kan ze echt echt aanraken.

Brandweerman vind ik ook nog steeds spannend. Maar ik kan niet bij de vrijwillige brandweer, want ik ben er nooit. Dus dat waren dingen die ik wilde doen.

Waar komt je interesse voor de ruimtevaart vandaan?
Dat kwam niet van thuis maar door een combinatie van dingen op tv. Er reden bijvoorbeeld astronauten met auto's over de maan, en je zag hele scherpe beelden. Ik las bladen als de KIJK, daar stonden uitgewerkte tekeningen in van Skylab, het ruimtestation van de Amerikanen.

Ik kreeg op een gegeven ogenblik science fiction boekjes van mijn oma. Perry Rhodan heet de serie, die trouwens nog steeds bestaat. Dat vond ik prachtig. Toen dacht ik ruimtevaart en astronauten dat heeft toch wel wat.

Sport

Was je goed in sport?
Ik was niet slecht in sport maar ook geen uitblinker. Ik kan me de gymzaal nog herinneren. Het leukste vond ik apenkooi. Alle instrumenten werden dan uit de kast gehaald en je mocht de grond niet raken.

Ik heb eerst op judo gezeten. Dat was leuk. Ik heb judo gedaan tot de blauwe band. We hadden op een gegeven moment een leraar die net deed als de komiek Tommy Cooper. Dat was leuk maar helemaal niet meer serieus.

Na judo ben ik gaan voetballen bij Zeeburgia in Amsterdam. Dat heb ik heel lang gedaan. Ik vond het leuk spannend, vooral als het slecht ging want dan had ik het als verdediger erg druk. Als we verloren hadden, vond ik dat helemaal niet erg. Ik was druk bezig geweest en helemaal op.

Wat is je favoriete team?
Mijn eigen team Zeeburgia en Ajax natuurlijk, als Amsterdammer. Als ik voetbalde dan hoorde ik soms juichen om me heen. Ik woonde later vlakbij het Ajax stadion. Toen Ajax verhuisde naar de Arena, ben ik toevallig ook verhuisd, naar Oudekerk. Daardoor woonde ik ineens weer vlakbij het Ajax stadion. Ik heb Ajax geloof ik één keer zien spelen. Ik ben geen echte sportfanaat.
Voetbal is leuk maar alleen als er heel belangrijke wedstrijden zijn. Dan moet ik de wedstrijd ook echt uit zien met familie en vrienden. Voetbal kijken is gezellig en ik wil me ook wel laten aansteken door de oranje koorts.

IJshockey vind ik ook leuk. Ik ben pas nog in Moskou naar een wedstrijd geweest. De Russen waren altijd erg goed bij de Worldcup en bij de Olympische spelen. Toen ik in Moskou was wilde ik die goede teams wel eens zien. Het was een hele mooie wedstrijd, dus dat ga ik zeker nog een keer doen.

Vakken

Wat vond je de leukste vakken op de lagere school?
Het leukste vak vond ik geschiedenis. Meester Loevezij van de zesde klas lagere school, daar heb ik nog steeds contact mee. Hij kon heel mooi vertellen. Door hem ben ik van klassieke muziek gaan houden. Hij begon over de Moldau te vertellen en speelde daarbij muziek: "Hier is de bron en dan hoor je het stromen langs de stad." Ouverture 1812 van Tjaikovsky over Napoleon die Moskou aanvalt. De Leningrad symfonie, van Sjostakovitsj. Hij vertelde dan: "Ik zal jullie vernietigen zoals ik dit kopje vernietig en dan had hij ook een kopje bij zich en gooide dat ook echt stuk op de grond." Het is toch prachtig dat een leraar dat doet? Echt, dat vergeet je nooit meer. Dat is geschiedenis!

Wat vond je minder leuk?

Minder leuk op school vond ik de sterkste jongen van de klas. Op een gegeven moment had ik ruzie met hem gemaakt en hebben we gevochten. Toen had ik een tand door mijn lip.
Op een gegeven moment kwam de eerste Marokkaanse jongen bij ons op school. Die sprak geen Nederlands en ik moest hem toen helpen. Dat vond ik erg leuk. Ik kon wel wat lessen missen en ging hem bijles geven. Wat ik het leukste vond was dat hij sterker was dan de sterkste jongen van de klas.

Wil je nog iets zeggen tegen de Nederlandse lagere schoolkinderen?
Je moet veel aan je leraar vragen. Een leraar vindt het leuk om dingen uit te leggen. Als iemand enthousiast is kan de leraar leuke dingen vertellen. Probeer ook zoveel mogelijk dingen te lezen en te leren. Sommige dingen zijn hartstikke interessant. Als je doet wat je leuk vind, kun je alles bereiken wat je maar wilt. Je moet denken: dat vind ik leuk, dat ga ik doen en dan erg je best doen. Leren is ook gewoon leuk. Ik verslond op een gegeven moment boeken. Ik heb heel veel gelezen.