Vissen naar ruimteafval

Access the image

27 maart 2015

In 1957 ging de Spoetnik als eerste kunstmaan met succes de ruimte in. Sindsdien zijn er nog duizenden satellieten bijgekomen. Dankzij al die satellieten rond onze planeet kunnen we nu overal makkelijk de weg terug naar huis vinden, op ieder moment met iemand aan de andere kant van de wereld praten, het verdwijnen van regenwouden en poolijs volgen en zelfs natuurrampen voorspellen.

Maar in het tijdperk van de satelliet is de ruimte rond de aarde ook gevuld geraakt met grote brokken doelloos zwevend metaal. Naar schatting draaien er zo'n 30.000 grotere stukken ruimteafval om onze planeet. Dat kan van alles zijn: afgedankte satellieten, afgestoten raketonderdelen maar ook handschoenen van astronauten. En dat aantal neemt alleen maar toe!

Daarnaast zijn er nog miljoenen kleinere voorwerpen zoals moeren, bouten en verfschilfers. Veel daarvan hebben een snelheid van zeven kilometer per seconde. Dat betekent dat een verfschilfertje even hard zou aankomen als een motor die 95 kilometer per uur rijdt!

Access the image

Bij een dergelijke botsing zou een satelliet of het ruimtestation beschadigd raken en zou er nieuw afval de ruimte in worden geslingerd. Daarom is aan een paar van de knapste koppen bij ESA gevraagd om een oplossing te verzinnen voor al die rommel. En misschien hebben ze wel het perfecte antwoord gevonden met een van de oudste technieken die we als mensheid kennen – het visnet.

Als we speciale netten maken en die vanuit een ruimtevaartuig afschieten, kunnen we levenloze satellieten vangen en terugbrengen naar aarde. Op dit moment lopen er in een gewichtloze omgeving proeven met dit briljante idee. Als alles goed gaat, wordt ESA's missie ‘e.Deorbit’ in 2021 gelanceerd en kunnen we een paar satellieten strikken!

Interessant om te weten: Om in de ruimte te blijven en niet terug op aarde neer te storten, moet een satelliet met meer dan 28.200 kilometer per uur om de aarde vliegen!

Zie ook