De oerknal

Access the image

De meeste sterrenkundigen geloven dat het heelal met een oerknal (Big Bang) is begonnen, zo'n 14 miljard jaar geleden. Het hele heelal zat toen in een belletje dat duizenden keren kleiner was dan een speldenknop. Het was heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen.

En ineens ontplofte het. Zo werd het heelal zoals wij dat kennen geboren. Tijd, ruimte en materie zijn allemaal begonnen met die ene oerknal. In een fractie van een seconde werd het heelal van nog kleiner dan een atoom tot groter dan een sterrenstelsel. En het bleef maar groter worden, in een ongelofelijk tempo. Ook nu nog is het aan het uitdijen.

Met het groter worden van het heelal koelde het af en veranderde energie in deeltjes materie en antimaterie. Dat zijn twee tegengestelde soorten deeltjes die elkaar grotendeels hebben vernietigd. Maar sommige materie overleefde. Meer stabiele deeltjes - protonen en neutronen - ontstonden toen het heelal één seconde oud was.

In de drie minuten daarna daalde de temperatuur naar 1 miljard graden Celsius. Dat was koud genoeg voor de protonen en neutronen om samen te komen en waterstof- en heliumkernen te vormen.

Na 300 000 jaar was het heelal afgekoeld tot ongeveer 3000 graden. Atoomkernen konden nu eindelijk elektronen invangen en atomen vormen. Het heelal raakte vol met wolken van waterstof- en heliumgas.

Laatst aangepast 23 juni 2014

Hoe ontstond het helaal