De geboorte van sterrenstelsels

De geboorte van ons sterrenstelsel

Access the image

Van wat er de eerste 300 000 jaar van het heelal is gebeurd, kunnen we niets zien. Wetenschappers proberen dat uit te zoeken met behulp van hun kennis over atoomdeeltjes en computermodellen.

Het enige directe bewijs van de oerknal (de Big Bang) zelf is een zwakke gloed in de ruimte. Met ruimtevaartuigen en telescopen op ballonnen zien we die gloed als een gevlekt patroon van een beetje warmer en koeler gas overal om ons heen. Die rimpels laten ook zien waar de waterstofwolken iets dichter waren.

In de loop van miljoenen jaren hebben die dichtere gebieden materiaal aangetrokken omdat daar de zwaartekracht sterker was. Uiteindelijk werd het gas ongeveer 100 miljoen jaar na de oerknal heet en dicht genoeg voor het ontstaan van de eerste sterren.

Access the image

In dat begin werden nieuwe sterren tien keer zo snel geboren als in het heelal van nu. Al gauw vormden grote groepen sterren de eerste sterrenstelsels.

Met de Hubble-ruimtetelescoop en krachtige grondtelescopen worden nu voor het eerst sterrenstelsels aangetroffen van ongeveer een miljard jaar na de oerknal. Die kleine sterrenstelsels stonden veel dichterbij elkaar dan die van tegenwoordig. Botsingen waren aan de orde van de dag. Net als twee vlammen die in elkaars buurt komen, smolten ze samen tot grotere sterrenstelsels. Onze Melkweg is ook zo tot stand gekomen.

Laatst aangepast 14 december 2004

Hoe ontstond het helaal