Nog vijf maanden te gaan: laatste theoretisch examen voor Belgisch ESA-astronaut Frank De Winne
Belgisch ESA-astronaut Frank De Winne heeft in de voorbereiding van zijn ruimtemissie een belangrijke mijlpaal bereikt. Minder dan vijf maanden voor zijn vertrek legde hij zijn laatste theoretisch examen af. Hij kan zich nu gaan toeleggen op de verdere voorbereiding van zijn vlucht en de wetenschappelijke experimenten die hij eind oktober aan boord van het internationaal ruimtestation ISS zal uitvoeren.
"Ik heb mijn laatste theoretisch examen afgelegd over de Sojoez-TMA, de Sojoez-TM en het International Space Station", zegt Frank De Winne. De Sojoez-TMA is de nieuwste versie van het Russisch Sojoez-ruimteschip waarmee Frank en zijn medebemanningsleden eind oktober vanaf de kosmodroom Bajkonoer in Kazachstan naar het ISS worden gelanceerd. In vergelijking met de vorige versie Sojoez-TM is de Sojoez-TMA uitgerust met een nieuw instrumentenpaneel, nieuwe computers en aangepaste software. Er zijn ook nieuwe procedures te leren.
Hoe verloopt eigenlijk een typische dag voor een Europees ruimtevaarder? "Die bestaat uit vier uur in de simulator, twee uur theorie en nog eens twee uur sport of voorbereiding." En dit is misschien een troost voor veel studenten: ook voor hemelbestormers zijn examens de lastigste klus. "De training met de simulators is eveneens fysisch belastend, maar dat vind ik ook prettig om te doen."
De volgende vijf maanden beloven nog bijzonder druk te worden voor De Winne. De eerste dagen van juni is hij in het technisch ESA-centrum ESTEC in Noordwijk (Nederland). Daar zal hij in het bijzonder oefenen met de Microgravity Science Glovebox (MSG). Dit is een afgesloten werkplek van 225 liter, enigszins vergelijkbaar met een couveuse. In de Glovebox kunnen door middel van handschoenen materiaalkundige, biologische of chemische experimenten goed en veilig worden uitgevoerd.
Vanaf juli volgt praktische training met de Sojoez- en ISS-simulators. De Winne gaat dan ook naar België om wetenschappelijke experimenten voor te bereiden. In augustus verblijft hij enige tijd in Houston in de Verenigde Staten om te trainen met NASA-collega's.
De Winne heeft ondertussen ook contacten gehad voor het programma Amateur Radio on the International Space Station (ARISS). "Ik ben nu beginnen te oefenen als radioamateur", vertelt hij. "Ik heb wel een licentie, maar in de praktijk is dit voor mij nieuw. We zullen aan boord van het internationaal ruimtestation contact leggen met schoolkinderen in Vlaanderen en Wallonië."
ARISS werd in 1996 opgezet door amateurs in de Verenigde Staten, Rusland, Japan, Europa en Canada - de partners in het ISS-programma - en is een logisch vervolg op de succesvolle contacten van radioamateurs met het vroegere Russische ruimtestation Mir en met ruimtevaarders aan boord van de spaceshuttle. Veel astronauten aan boord van het ISS hebben een licentie als radioamateur. Voor jonge mensen zijn projecten als ARISS een uitstekende gelegenheid om interesse te krijgen voor communicatietechnologie.
Mist Frank De Winne in het verre Moskou België niet? "Het is altijd heel leuk contact met België te hebben. Maar ik kan nu ook in Moskou Nederlands praten, want mijn Nederlandse collega André Kuipers is hier aangekomen om zijn training te beginnen. We hebben dus veel contact met elkaar."
Hij ging ook op bezoek bij de Amerikanen Kenneth Bowersox en Donald Thomas, die samen met de Rus Nikolaj Boedarin de zesde permanente bemanning ('Expedition Six') van het ISS zullen vormen. Zij vertrekken begin oktober met de spaceshuttle Endeavour naar het ISS en zullen De Winne daar als gast ontvangen. "Don kan uitstekend Mexicaans koken", verklapt De Winne. Of deze gave ook van pas zal komen tijdens zijn verblijf aan boord van het ISS, valt nog af te wachten…
Vanaf juli zal Frank De Winne regelmatig zijn ervaringen met het grote publiek delen via een dagboek dat op een speciale ESA-website zal gepubliceerd worden.
