De Raad van het Europese Ruimteagentschap (ESA) heeft een resolutie aangenomen over de exploitatie van Ariane 6 en Vega-C en over de toekomstige draagraketten
De ESA-lidstaten hebben overeenstemming bereikt over de randvoorwaarden waaronder Europa binnenkort de draagraketten Ariane 6 en Vega-C kan uitbaten. Ze vragen dat ESA een stappenplan voorstelt voor nieuwe innovatieve oplossingen voor het ruimtetransport van het volgende decennium, en ook een kader voor de daarbij horende korte demonstratiemissies.
Deze resolutie werd midden augustus door de ESA-lidstaten aangenomen. Ze legt de voorwaarden vast waaronder de nieuwe Europese draagraketten, Ariane 6 en Vega-C, de volgende drie jaar vanuit het Guyana Space Center op een stabiele basis kunnen beheerd worden.
De lidstaten houden rekening met de lanceerbehoeften van de Europese instellingen maar ook met de volatiliteit van de wereldmarkt voor lanceerdiensten. Met dit akkoord leggen ze een stabiele basis voor de exploitatie van deze nieuwe draagraketten. Dit moet Europa voor de komende jaren een toegang tot de ruimte garanderen.
Het herziene, gestabiliseerde bedrijfsmodel houdt rekening met een Europese institutionele lanceringsbehoefte die bestaat uit gemiddeld vier Ariane 6-draagraketten (drie Ariane 62 met twee boosters en één Ariane 64 met vier boosters, of twee configuraties voor een lancering met dubbele payload op Ariane 64) en twee Vega-C's per jaar. Ook de prijsvoorwaarden voor de standaard lanceringsservice werden gevalideerd.
De lidstaten hebben eveneens een basis gelegd voor de instandhouding van een strategische industriële capaciteit door middel van opties om, hetzij aan de vraag naar bijkomende institutionele lanceringen, hetzij aan een grotere commerciële vraag te voldoen. De financiële beslissingen die daaruit voortvloeien voor de lidstaten zullen moeten worden genomen tijdens de ministeriële Raad van eind 2022. Europese institutionele klanten van lanceerdiensten zullen zich er ook moeten toe verbinden hun lanceringen te zullen uitvoeren op door ESA ontwikkelde draagraketten.
Daarnaast heeft de ESA-Raad de directeur-generaal van ESA ook verzocht om met de Europese Unie overeenstemming te bereiken over een Europees initiatief voor vervoersbewijzen om regelmatig in-orbit-missies van minder dan 200 kg te demonstreren en valideren, op lanceerdiensten met bewezen capaciteit. Deze missies zullen geselecteerd worden op een competitieve basis.
Om zich beter voor te bereiden op de toekomst, kreeg ESA ook de opdracht om een nieuwe generatie Europese ruimtetransportoplossingen voor te stellen die nodig zijn voor het komende decennium. Daartoe moet ESA ervoor zorgen dat deze deze oplossingen voor ruimtetransport op korte termijn kunnen gedemonstreerd worden. Zo kunnen ze goedgekeurd worden tijdens de volgende zitting van de ministeriële Raad. De voorbereidingen zijn aan de gang, onder meer via de eerste ESA-studies over het New European Space Transportation Solutions (NESTS)-initiatief.
“In een voortdurend evoluerende markt voor ruimtetransport garanderen de overeengekomen randvoorwaarden een stabiele en succesvolle werking van Ariane 6 en Vega-C, die kan voldoen aan de Europese institutionele behoeften en aan vragen uit de commerciële markt.”
“Tegelijkertijd hebben de lidstaten aan ESA het belangrijke mandaat toevertrouwd om voor het komende decennium en verder een routekaart voor te stellen voor nieuwe en innovatieve Europese ruimtevaartoplossingen. Daarnaast zullen we samenwerken met de Europese Unie om regelmatig lanceringen van kleine missies op beproefde Europese draagraketten, die geselecteerd worden op competitieve basis, aan te moedigen,” aldus Daniel Neuenschwander, directeur ruimtetransport bij ESA.
