ESA title
Claude Jamar staat aan het hoofd van het Centre Spatial de Liège.
Agency

"Internationale samenwerking is onze beste referentie"

17/03/2006 317 views 0 likes
ESA / Space in Member States / Belgium - Nederlands

In het Centre Spatial de Liège (CSL) werken meer dan 100 mensen. Sinds 1991 wordt het geleid door professor Claude Jamar, die in een interview vertelt over het ruimteonderzoek in ons land.

Het Centre Spatial de Liège (CSL) is ontstaan uit het Astrofysische Instituut van de universiteit van Luik. Het is één van de pareltjes van de Europese ruimtevaart, waar satellieten en hun instrumenten worden getest. Het werd opgericht door professor Monfils om optische apparatuur aan boord van ruimteobservatoria te testen en is nu het hart van de Waalse spatiopôle, die zich in het Science Park van Sart Tilman bevindt.

In het CSL werken 106 mensen in een 9000 vierkante meter grote infrastructuur. CSL-hoofd Claude Jamar werd op 15 november gehuldigd tijdens Koningsdag, voor de gelegenheid in het teken van De Belgen en de Ruimte. Naar aanleiding van de eerste Space Days in Luik op 28 en 29 maart vertelt Jamar over de toekomst en het nut van de ruimtevaart voor ons land.

"Gecoördineerde faciliteit"

Meer dan dertig jaar geleden werd in Luik de radiometer van de eerste Meteosat-weersatelliet getest
Meer dan dertig jaar geleden werd in Luik de radiometer van de eerste Meteosat-weersatelliet getest

Het centrum dat door u wordt geleid is een gecoördineerde faciliteit van ESA. Er worden instrumenten voor satellieten getest. Hoe kreeg het CSL deze Europese erkenning?

Dat komt omdat we de eerste waren die als gecoördineerde faciliteit werden erkend. In 1974 testten we in Luik de radiometer aan boord van de eerste Meteosat-weersatelliet. We bevonden ons volop in de oliecrisis en we moesten personeel afdanken in afwachting van andere proeven. We hebben toen met ESA onderhandeld over een garantie dat we een team van specialisten konden behouden. Dat werd officieel gemaakt door een contract als gecoördineerde faciliteit binnen ESA. De Europese ruimtevaartorganisatie heeft later dit statuut ook toegekend aan testcentra bij München in Duitsland, Toulouse in Frankrijk en Noordwijk in Nederland.

Is het CSL deel van de universiteit van Luik ?

Het gebouw werd van het Waals Gewest teruggekocht door de universiteit, die er eigenaar van is. Maar de simulators zijn eigendom van ESA. Ze heten FOCAL of Facility for Optical Calibration at Liege en bootsen de omstandigheden na die er in de ruimte heersen. We kunnen simulatoren hoe de omstandigheden in het luchtledige zijn, evenals de extreme temperaturen in de ruimte. Verschillende leden van het CSL geven les aan de universiteit. Verschillende studenten komen stages volgen om zich met ruimtevaarttechnologie vertrouwd te maken.

Drukke tijden

Tests met de satelliet Planck in het CSL
Tests met de satelliet Planck in het CSL

U beleeft momenteel drukke tijden?

We moeten een zeer strikte planning volgen, aangezien er momenteel verschillende wetenschappelijke missies op stapel staan die in 2007-2008 gelanceerd worden. Voor de Franse ruimtevaartorganisatie Centre National d'Etudes Spatiales (CNES) hebben we zojuist tests uitgevoerd van de satelliet COROT. Die moet planeten rond andere sterren waarnemen. Voor ESA hebben we onderdelen van de astrofysische observatoria Herschel en Planck onderworpen aan uiterst lage temperaturen en we testten ook radiometers, bestemd voor de Meteosat-kunstmanen van de organisatie Eumetsat. Voor de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA hebben we de ultraviolette telescoop getest van elk van de twee STEREO-satellieten. Die zullen symmetrisch aan elke kant van onze planeet tegelijkertijd onze ster, de zon, fotograferen. Ze moeten een driedimensionaal beeld opleveren van wat er zich in de corona van de zon afspeelt.

Tijdens een recente proef werd er een recordtemperatuur gerealiseerd?

Dat is waar. We hebben het prototype getest van de satelliet Planck. Die is uitgerust met een instrument die het heelal in het infrarood moet waarnemen. We hebben een temperatuur kunnen realiseren die heel dicht bij het absolute nulpunt ligt: 0,1 graad Kelvin of min 273,1 graden Celsius. Het is voor het eerst dat men ergens in de wereld een dergelijk resultaat kon bekomen bij apparatuur ter grootte van een satelliet.

Internationale samenwerking

We doen meer dan alleen maar instrumenten voor satellieten ontwikkelen

U verwacht veel van internationale samenwerking buiten Europa?

Internationale samenwerking is onze beste referentie. Het CSL werkt al gedurende verschillende jaren samen met de NASA bij wetenschappelijke missies die de relatie aarde-zon onderzoeken. Van Chinese en Canadese kant wil men deze missies verderzetten. De Chinezen hebben ons gevraagd een instrument te calibreren waarmee ze vanaf de maan de magnetosfeer van de aarde willen bestuderen. Er is nog een belangrijkere samenwerking rond het Chinese project Kuafu (Space Weather Explorer) met drie observatoria in de ruimte. Kuafu A zal gelanceerd worden naar het libratiepunt L1 op 1,5 miljoen kilometer van de aarde en de zon bekijken. Kuafu B1 en Kuafu B2 zullen in een baan rond onze planeet worden gebracht en tegelijk het poollicht waarnemen dat als lichtende banden te zien is rond de noord- en de zuidpool. We zijn gevraagd om een identiek instrument te ontwikkelen voor elke Kuafu-satelliet. Deze instrumenten zullen afgeleid worden van systemen die we al hebben gerealiseerd voor de satellieten SOHO van ESA en IMAGE van de NASA en die zich al in de ruimte bevinden.

Wat is de impact van de activiteiten van het CSL voor de Luikse regio?

Onze activiteiten houden meer in dan alleen maar tests van instrumenten voor satellieten. Wij doen ook aan onderzoek en ontwikkelen nieuwe instrumenten voor toekomstige ruimtemissies. We willen onze voorsprong behouden en nog verder evolueren. Onze impact op het vlak van de werkgelegenheid is eerder onrechtstreeks. We hebben veel contracten afgesloten met de Luikse bedrijven AMOS en Ateliers de la Meuse voor simulatieapparatuur. Het CSL draagt vooral bij aan industriële reconvertie. Het zorgt immers voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën onder de vorm van producten en technologische diensten met hoge toegevoegde waarde. Nadat we ons hadden gevestigd te Sart Tilman in 1983 kregen we het gezelschap van bedrijven als AMOS, Spacebel, Samtech en vervolgens de incubator Wallonia Space Logistics (WSL). We lagen aan de basis van een heuse spatiopôle. Toen het CSL er zich vestigde waren er 33 mensen bezig met ruimtevaart. Twintig jaar later is deze activiteit goed voor 300 jobs en een zakencijfer van meer dan 25 miljoen euro.

Toekomst

PROBA 2, de volgende satelliet <i>made in Belgium</i>
PROBA 2, de volgende satelliet made in Belgium

U ligt aan de oorsprong van Wallonia Space Logistics. In welk opzicht was dit aan het eind van de jaren '90 een origineel initiatief?

Men moet dit zien als een natuurlijke uitbreiding van het CSL in het kader van drie taken van de universiteit: onderwijs, onderzoek en de sociaal-economische ontwikkeling. Met WSL gaat de ontwikkeling van een regio gepaard. De resultaten van universitair onderzoek worden verspreid naar nieuwe ondernemingen. Die moeten gedurende enkele jaren ondersteund worden zodat ze kunnen groeien. WSL was de eerste incubator van ruimtevaarttechnologie in Europa en droeg bij tot het ontstaan van een tiental KMO's op het vlak van producten en diensten die het gevolg zijn van ruimtevaartactiviteiten.

U heeft onderzoek uitgevoerd naar zonnepanelen met een hoger rendement?

Sinds enkele jaren is het CSL geïnteresseerd in meer efficiënte zonnepanelen door het gebruik van geconcentreerd licht. We hebben de mogelijkheid bestudeerd stroken zonnecelen te scheiden door structuren die licht op deze cellen concentreren. We gaan een staal van een dergelijk paneel testen aan boord van PROBA 2, de volgende made in Belgium microsatelliet. PROBA 2 zal een klein observatorium zijn dat de zon gaat bestuderen. ESA en Alcatel Alenia zijn in onze technologie geïnteresseerd. Ze willen die gebruiken voor krachtige nieuwe satellieten. WSL wil een onderneming oprichten die deze panelen zou produceren, niet alleen voor de ruimtevaart maar vooral voor installaties op de aarde. Deze industriële activiteit zou goed zijn voor 70 tot 80 jobs.

De Europese ruimtevaart denkt momenteel na over de toekomst. Wat wenst u in dit verband voor het CSL?

Ik hou me veel bezig met het militair aspect van de ruimtevaart. Het CSL kan perfect optisch-elektronische systemen testen van spionagesatellieten en de informatie analyseren die in de signalen van radarsystemen aan boord van satellieten bevat zit. In de jaren '90 hebben we voor Frankrijk tests uitgevoerd van het belangrijkste instrument aan boord van de twee eerste satellieten van het militaire programma Helios. De Europese strategen zouden moeten kunnen beschikken over een coherent programma voor aardobservatie met het oog op tactische veiligheid. Op de een of andere manier zou het CSL daarbij betrokken moeten zijn voor tests van optische systemen. Als Europa net als de Verenigde Staten een burgerlijk én een militair ruimteprogramma zou uitbouwen, dan zou dat een goede zaak zijn voor onderzoek en de ruimtevaartindustrie.

Dit interview maakt deel uit van een dossier over lucht- en ruimtevaart van het tijdschrift W+ B (Wallonie Bruxelles) van de Franse Gemeenschap van België. De inhoud kan gedownload worden via www.wbri.be.

Related Links