ESA title
Laurens Jan Brinkhorst (links) en Jean-Jacques Dordain
Agency

Brinkhorst aangesteld als Europa-adviseur van ESA directeur-generaal

28/02/2007 638 views 0 likes
ESA / Space in Member States / The Netherlands

Laurens Jan Brinkhorst, de voormalige minister van Economische Zaken, is aangesteld als adviseur van ESA’s directeur-generaal Jean-Jacques Dordain. Brinkhorst heeft een lange staat van dienst in de Nederlandse en Europese politiek. Hij zal Dordain met name adviseren over Europees beleid.

Brinkhorst was onder andere staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, directeur-generaal bij de Europese Commissie, lid van het Europees Parlement en minister van Landbouw en Economische Zaken. In december 2005 leidde hij de ESA ministeriële conferentie. Tijdens hun eerste overleg op het hoofdkwartier van ESA in Parijs, beantwoordden Dordain en Brinkhorst een aantal vragen.

Meneer Dordain, waarom heeft u meneer Brinkhorst gevraagd als adviseur?

‘ESA gaat een belangrijke tijd tegemoet. Vooral onze rol in een Europese context staat de komende tijd hoog op de agenda. Ik wilde hierover spreken met iemand die veel ervaring heeft, zowel in de Europese politiek, als op het gebied van ruimtevaart. Iemand die tegelijkertijd onafhankelijk is in de besluitvorming. Brinkhorst beschikt over ruime kennis van Europa, de ruimtevaart en ESA. Met hem kan ik vrijelijk discussiëren over ESA’s rol in Europa, in internationale samenwerkingsverbanden en elk ander onderwerp dat ter tafel komt.’

Meneer Brinkhorst, hoe ziet u uw rol als adviseur?

‘De directeur-generaal heeft me niet ingehuurd omdat hij technologisch of wetenschappelijk advies wil. Hij wilde juist iemand met ervaring in de Europese politiek. Een heel belangrijk vraagstuk is hoe ESA gaat functioneren in het nieuwe Europa dat zich nu vormt. Voorheen werd ESA gezien als een efficiënte en kundige organisatie, maar ook als een technocratische. Nu heeft ESA ook een politieke visie. Het is belangrijk om na te denken over de politieke rol die ESA in de toekomst gaat spelen.

Ik denk dat ruimtevaart een belangrijke strategische functie heeft in de verdere politieke ontwikkeling van Europa. Voor mij is ESA absoluut meer dan een technische organisatie die satellieten en laboratoria lanceert. Het is een essentieel onderdeel van Europese samenwerking in de 21e eeuw.’

Hoe was u als minister betrokken bij de ruimtevaart?

‘In Nederland is het ministerie voor Economische Zaken verantwoordelijk voor de industriële en technologische aspecten van het ruimtevaartbeleid. Het ministerie coördineert ook het nationale ruimtevaartbeleid en ongeveer de helft van het ruimtevaartbudget is afkomstig van Economische Zaken. Als minister heb ik de ministeriële conferentie in Berlijn voorgezeten. Daarvoor heb ik intensief samengewerkt met directeur-generaal Dordain. En natuurlijk is ESA’s grootste vestiging, het technisch centrum ESTEC, gevestigd in Noordwijk.’

Hoe ziet u de rol van Nederland binnen ESA?

‘Als Nederlander ben ik natuurlijk erg trots dat ESTEC in ons land is gevestigd. Het betekent dat we een grote verantwoordelijkheid naar ESA dragen. Toen ik in 2003 minister van Economische Zaken werd, zag ik dat onze bijdrage aan het budget van ESA afnam. Ik heb me ervoor ingezet om de contributie niet verder te laten dalen. Eén van de laatste wapenfeiten van mijn ministerschap was dat we de komende drie jaar op een aantal punten weer meer bijdragen, om onze positie als betrouwbare partner te herstellen.’ Het zou natuurlijk goed zijn als Nederland in de toekomst meer gaat bijdragen aan het budget van ESA, maar dat is aan de volgende minister om te beslissen. Onze bijdrage is lager dan die van België, ook al hebben onze zuiderburen een lager Bruto Nationaal Product. Dat is vooral te wijten aan historische omstandigheden: België is meer industrieland dan Nederland.

Als minister heb ik de ongeveer veertig kleine ruimtevaartbedrijven in Nederland bij elkaar gebracht. Nu hebben we een slagvaardiger ruimtevaartindustrie dan vijf jaar geleden. Onder het faillissement van Fokker, de grootste Nederlandse speler op ruimtevaartgebied, hebben we in 1996 erg geleden. Nog steeds is de lucht- en ruimtevaartindustrie in Nederland niet terug op het niveau van de tachtiger jaren.’

Had u al persoonlijke interesse in de ruimtevaart?

‘Eerlijk gezegd, niet echt. Ik ben van origine een jurist, geen ingenieur. Maar ik heb Europese integratie altijd als mijn specialiteit beschouwd. In mijn carrière kwam ik altijd tot de conclusie dat ruimtevaart een belangrijke rol speelt in de gezamenlijke toekomst van Europa. Als directeur-generaal voor Milieuzaken in de Europese Commissie raakte ik op de hoogte van het belang van aardobservatie. Daarvoor, als minister van Landbouw, gebruikten we satellietgegevens in de discussies over het landbouwbeleid. Langzamerhand ben ik steeds meer van ruimtevaart te weten gekomen. Het begon voor mij allemaal in 1973, toen ik staatssecretaris van Europese Zaken was en ik voor de Nederlandse overheid de onderhandelingen deed rond de fusie van ELDO en ESRO tot ESA.’

ESA werkt voor de Europese burgers. Hoe kan ESA een rol spelen in hun toekomst?

‘Europese burgers zijn af en toe Europamoe. Dat kwam vooral tot uitdrukking toen de Europese Grondwet in een referendum in Nederland en Frankrijk werd afgewezen. Bij mensen heerst een enorm gebrek aan kennis over Europa. En er heersen misvattingen over wat Europa doet en hoe ze werkt. Politici moeten dit uitleggen. ESA is een goed voorbeeld van wat een verenigd Europa kan doen. Ruimtevaart is belangrijk in onze toekomst, met toepassingen voor aardobservatie, meteorologie, communicatie en defensie. Het is een alternatief voor de Amerikaanse visie op de wereld. Amerika’s invloed reikt over de hele wereld en ook in de ruimte zoeken Amerikaanse leiders naar manieren om hun concurrenten de pas af te snijden.

De Europese visie is precies het tegenovergestelde. Samenwerken zit in onze cultuur. We spreken samen 21 talen, staan open voor de wereld, hebben een koloniaal tijdperk achter de rug en twee van de meest gewelddadige oorlogen zijn hier uitgevochten. Europa moet nu een eenheid vormen, gebaseerd op dezelfde humanistische waarden. ESA kan deze waarden versterken door Europeanen en andere mensen op de wereld te bedienen en niet te werken voor het belang van één enkel land. Daarom moeten we ook de contacten met andere toekomstige ruimtevaartnaties als China en India intensiveren.’