Adembenemende beelden van Deuteronilus Mensae op Mars
De High Resolution Stereo Camera (HRSC) aan boord van de ESA-sonde Mars Express heeft adembenemende opnamen gemaakt van het gebied Deuteronilus Mensae op onze buurplaneet Mars.
De beelden zijn gemaakt op 14 maart 2005 tijdens de 1483ste omloop van Mars Express rond de Rode Planeet. De resolutie aan de grond bedraagt ongeveer 29 meter per pixel.
Ze tonen het gebied Deuteronilus Mensae aan de noordelijke rand van Arabia Terra en grenzend aan zuidelijk hoog- en noordelijk laagland. Het ligt op ongeveer 39° noord en 23° oost en wordt voornamelijk gekenmerkt door patronen die door ijs zijn veroorzaakt. Het gebied wordt door de zon verlicht vanuit het zuidwesten (van linksonder op het beeld).
De scène wordt gedomineerd door een depressie met een diameter van 110 kilometer (noord tot zuid), die ongeveer 2000 meter diep is.
De depressie is goed te zien in het midden van het eerste beeld. Er is donker materiaal in te zien, heel anders dan de lichter gekleurde vlaktes eromheen.
Goed zichtbaar in het noordelijk deel van het beeld zijn diep ingesneden valleien met een diepte van 800 tot 1200 meter.
Vermoedelijk zijn ze ontstaan door intense overstromingen van gesmolten waterijs. Het water bevroor daarna heel snel en vloeide zoals een gletsjer van de hellingen van de depressie naar beneden.
Eolische sedimenten (erosie door de wind) hebben op het oppervlak sporen nagelaten van deze stroom.
In het noordelijk deel is een 'vinger' te zien, een verhoging die was omgeven door de water- en ijsmassa.
Naar het westen toe brak de stroom van water en ijs door een andere verhoging terwijl het in de depressie stroomde. Op het oppervlak bleef een structuur in de vorm van een druppel over.
Op Mars deden zich in het verleden heel vaak dergelijke gebeurtenissen voor. Stijgend magma of inslagen zorgden ervoor dat bevroren grondwater begon te smelten, waardoor grote overstromingen plaatsvonden.
De tweedeling tussen de zuidelijke hooglanden en de noordelijke vlaktes, die tot drie kilometer lager liggen, valt op Mars bijzonder in het oog.
De grens tussen deze twee gebieden wordt gekenmerkt door een overgangszone met nog intact hoogland en gebieden met overblijvende plateaus en eenzame geërodeerde heuvels.
Het gebied Deuteronilus Mensae toont verschillende stadia van de degradatie van hoogland. Talloze stroompatronen in brede valleien en langs bergkammen en steile rotswanden wijzen op de beweging van met ijs vermengd puin naar de omringende gebieden.
Sinds de ontdekking van deze structuren nemen onderzoekers aan dat de mengeling van puin en ijs gelijkt op de rotsgletsjers die op de aarde vaak worden gevonden in streken met een koud klimaat.
Net als op de aarde leveren deze landschappen dus aanwijzingen over het klimaat. Of er zich op Mars nog steeds ijs bevindt in poreuze holtes en hoe actief deze oppervlaktestructuren nu nog zijn, blijft een voorwerp van discussie.
De kleurenbeelden kwamen tot stand uit de drie HRSC-kleurenkanalen en het nadirkanaal. De perspectiefbeelden werden berekend uit een digitaal model van het terrein, dat werd afgeleid uit de stereokanalen.
Het stereoscopische beeld werd berekend uit het nadir- en één stereokanaal. De zwart-witbeelden met hoge resolutie zijn afgeleid uit het nadirkanaal, dat van alle kanalen de meeste details toont. De resolutie van de beelden werd verkleind zodat ze gemakkelijker gedownload kunnen worden.